Over homoniemen, homografen en homofonen

Rara, wat is het? Het klinkt hetzelfde, het ziet er hetzelfde uit, maar toch is het anders … Het is een homoniem. Een wat? Kijk je kunt op de bank zitten, maar je kunt ook naar de bank gaan. Je kunt een bel blazen, maar je kunt er ook uit drinken. En je kunt een kater hebben, maar je kunt hem ook aaien. Dit worden homoniemen genoemd.

In dit blog: homoniemen, homografen en homofonen.

Homoniem

Homoniemen zijn woorden die hetzelfde geschreven worden en hetzelfde klinken, maar toch verschillende betekenissen hebben.

  • Je kunt bang zijn voor een monster, maar je kunt er ook gewoon eentje nemen.
  • En de meeste vrouwen zijn er doodsbang voor, maar als je kat het doet is hij dik tevreden precies, spinnen.

Homograaf

Bij een homograaf ziet het woord er hetzelfde uit. Het verschil zit hem in de uitspraak.

Als je buiten nat wordt zeg je dat het regent. Maar een bestuurder kan ook zeggen dat hij een regent is, de nadruk ligt dan op het laatste deel gent.

Als een atletieker aan verspringen doet is hij tegelijkertijd aan het verspringen, van de start naar zijn verste punt. Oftewel, iets kan verspríngen of je kunt vérspringen.

En als je een gang in de gang tegenkomt, dan ben je niet blij.

En ook de homograaf kun je zelf als homograaf bestempelen. Want een graaf kan ook een homo zijn, juist een hómograaf.

Homofoon

Bij homofonen spreek je het woord precies hetzelfde uit, maar je schrijft het wel anders.

  • Denk bijvoorbeeld aan het hart, maar je kunt ook hard vallen.
  • Of wij liepen in de wei.
  • En zij zei het tegen jou en jouw vriendin.

In het Nederlands hebben we meerdere betekenissen voor een woord. Met andere talen is het vaak andersom, daar hebben ze meerdere woorden voor een ding. Zijn wij dan praktisch of zuinig met onze taal?

1 gedachte over “Over homoniemen, homografen en homofonen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *